De taliban zitten op een werkelijk duizelingwekkende schat aan grondstoffen. Maar er is een probleem

Hoe kan Afghanistan een functionerende economie opbouwen? Welke opties heeft het land nu de Amerikaanse hulp is verdampt en de internationale hulp grotendeels is stopgezet? Eén mogelijkheid ligt in natuurlijke hulpbronnen. Afghanistan bezit een weelde aan grondstoffen waarvan de waarde wordt geschat op meer dan duizend miljard euro. Maar echt voor het grijpen ligt die rijkdom niet.

Waarom is dit belangrijk?

Hoewel de overvloed aan grondstoffen enorm is, zal de aanwezigheid van deze hulpbronnen geen opstapje zijn naar een nieuwe economie. Of tenminste niet snel. Geologen schatten dat er minimaal zeven tot tien jaar nodig zal zijn voordat grootschalige mijnbouw een belangrijke nieuwe bron van inkomsten wordt.

Afghanistan staat al duizenden jaren lang bekend om zijn edelstenen – robijnen, smaragden, toermalijn en lapis lazuli. Deze mineralen worden nog steeds lokaal gewonnen, zowel legaal als illegaal, in vaak kleine, ambachtelijke mijnen. Veel meer waarde ligt echter bij de rijkdommen van het land op het gebied van ijzer, koper, lithium, zeldzame aardelementen, kobalt, bauxiet, kwik, uranium en chroom.

Britse en Duitse geologen voerden de vroegste moderne onderzoeken naar de mineralen van Afghanistan uit in de 19e en vroege 20e eeuw. Maar het waren de Sovjets in de jaren zestig en zeventig die in het hele land het meeste systematisch verkenningswerk verrichtten. Dat leverde een grote hoeveelheid gedetailleerde informatie op die nu de basis vormt voor recente studies.

Gedetailleerde veldkartering en massale bemonstering, waaronder tienduizenden meters aan boringen, plus de bijhorende laboratoriumanalyses werden uitgevoerd door de Sovjetwetenschappers. Afgaande op de geïnvesteerde tijd en geld, lijkt het erop dat er plannen op hoog niveau gemaakt werden om de grondstoffen van Afghanistan te exploiteren zodra het land onder Sovjet-invloed stond. Maar dat is nooit echt gebeurd. In 1989 moesten de Sovjets, na bijna tien jaar te hebben geprobeerd het land te veroveren, met de staart tussen de benen afdruipen.

De Amerikanen kwamen in 2001. Van 2004 tot 2011 voerde de U.S. Geological Survey (USGS) een gedetailleerde beoordeling van de minerale overvloed in Afghanistan uit. Grotendeels op basis van de door de Sovjets gewonnen informatie bakende de USGS de 24 meest veelbelovende gebieden in het land af. Voor alle 24 gebieden werden datapakketten opgesteld die bedrijven konden gebruiken om geïnformeerd te kunnen bieden en zo eventuele bronnen te exploiteren.

Chinese en Indiase bedrijven toonden grote interesse en er werden daadwerkelijk concessies gedaan. Argumenten over contractvoorwaarden en zorgen over veiligheid hebben de activiteit echter sinds eind 2010 tot stilstand gebracht.

bron: USGS

Hoeveel mineralen heeft Afghanistan eigenlijk?

De totale koperbronnen voor alle bekende afzettingen bedragen ongeveer 57,7 miljoen ton. Tegen de huidige prijzen is de waarde daarvan meer dan 500 miljard. Dit zijn bronnen die geïdentificeerd zijn maar niet volledig onderzocht en beoordeeld. Als verder onderzoek zou uitwijzen dat ze met winst kunnen worden teruggewonnen, zouden ze Afghanistan in de top vijf van landen voor koperreserves in de wereld plaatsen.

De grootste koperafzetting, die ook aanzienlijke hoeveelheden kobalt bevat, is het Aynak-ertsveld, ongeveer 30 kilometer ten zuidoosten van Kaboel. Nadat de Sovjet-Unie Afghanistan in 1979 binnenviel, begonnen de Sovjets met de ontwikkeling van de mijn. Dat werd echter in 1989 opgeschort nadat de Sovjet-Unie zich uit het land had teruggetrokken. Het hoogwaardige deel van de totale Aynak-afzetting wordt geschat op 11,3 miljoen ton koper, en dat is meer dan 100 miljard euro waard aan de huidige marktprijzen.

Afghanistan heeft ook ijzerertsbronnen van wereldklasse, geconcentreerd in de Haji Gak-regio van de provincie Bamiyan. Haji Gak heeft naar schatting 2.100 miljoen ton hoogwaardig ijzererts. Bij de huidige prijsniveaus vertegenwoordigt dit een waarde van bijna 350 miljard euro, waarmee Afghanistan tot de top 10 van landen wereldwijd behoort op het gebied van winbaar ijzer.

Er zijn ook gigantische lithiumbronnen in de provincie Nurista. En dan zijn ​​er de zeldzame aardelementen in de zuidelijke provincie Helmand. Deze afzettingen bevatten voornamelijk cerium, met kleinere hoeveelheden waardevoller lanthaan, praseodymium en neodymium, in totaal misschien 1,4 miljoen ton. Twee hiervan, praseodymium en neodymium, hebben een hoog prijsniveau – 45.000 euro per ton – en ze zijn nodig voor magneten die worden gebruikt in motoren voor hybride en elektrische auto’s.

Een beetje mijnbouwwijsheid

Maar mijnbouwwijsheid stelt dat wat zich in de grond bevindt minder belangrijk is dan wat zich boven de grond bevindt. Marktrealiteit, veiligheid, contractvoorwaarden, infrastructuur en milieukwesties zijn belangrijker dan pure overvloed voor de vraag of middelen kunnen worden ontwikkeld. Van deze factoren is misschien wel de meest relevante momenteel de sterke wereldwijde vraag naar de metalen, met name koper, lithium en zeldzame aardelementen, die essentieel zijn voor de groeiende markten in hernieuwbare energie en elektrische voertuigen.

Of Afghanistan al dan niet kan beginnen met het delven van deze elementen zal afhangen van wat de nieuwe taliban-regering doet. Onder het voormalige Ministerie van Mijnbouw werd een contract van 2,9 miljard dollar toegekend voor een deel van de Aynak-koperafzetting aan twee Chinese staatsbedrijven. Het 30-jarige contract dat in 2007 werd ondertekend, had volgens wereldwijde normen een hoog royaltytarief en vereiste dat het smelten en verwerken van erts lokaal gebeurde. Andere voorwaarden waren de bouw van een kolencentrale van 400 megawatt en een spoorlijn naar de grens met Pakistan. Er werd ook bepaald dat minstens 85 procent van de werknemers, van geschoolde arbeidskrachten tot leidinggevend personeel, binnen acht jaar na de datum waarop het werk zou beginnen, de Afghaanse nationaliteit moesten hebben. Hoewel oorspronkelijk overeengekomen, werden deze voorwaarden later door de bedrijven als te belastend verklaard, waardoor de ontwikkeling werd stopgezet.

Geen zee, geen spoorwegen, geen vooruitzichten

Hoewel er wegen zijn naar veel ertsgebieden in Afghanistan zijn het geen goede wegen, en ook de infrastructuur qua spoorwegen en elektriciteit is bijzonder pover. Mijnbouwbedrijven deinzen doorgaans niet terug voor dergelijke uitdagingen, maar de situatie wordt in dit geval verergerd door het ruige terrein en het feit dat het land niet aan de zee grenst. Waardoor een goed spoorwegnetwerk des te essentiëler is, want uiteindelijk is dat de enige manier voor het vervoeren van erts, ruw of geraffineerd, naar buitenlandse markten. Maar: dat netwerk is onbestaande.

Er zijn ook milieu- en culturele zorgen. Mijnbouw kan grote gevolgen hebben voor de land- en luchtkwaliteit en voor stroomgebieden – een bijzonder probleem in het waterarme Afghanistan – als het niet wordt gereguleerd. Dicht bij de Aynak koperafzetting is een grote site met boeddhistische relikwieën, standbeelden, tempels en stoepa’s. Er zijn ook mijnsites uit de Bronstijd die belangrijke archeologische ontdekkingen zouden kunnen herbergen. Ook hier bestaat nog geen duidelijkheid over hoe taliban-leiders, die in 2001 opdracht gaven tot de vernietiging van de grote boeddhistische beelden in Bamiyan, deze plekken voortaan gaan bejegenen.

Voor Afghanistan kunnen zijn grondstoffen een bron van buitenlandse investeringen op lange termijn, en het opbouwen van vaardigheden en infrastructuuruitbreiding betekenen. Allemaal essentieel voor een duurzame economie. Maar een grote vraag is welke bedrijven daarbij betrokken zouden zijn. Afghanistan staat immers ook centraal in geopolitieke strijd, waarbij zowel India als Pakistan betrokken zijn, evenals China, Iran en de VS. Dat de Taliban nu de controle hebben, maken de mineralen van het land niet minder belangrijk.

Lees ook: Klimaatverandering en Afghanistan: hoe dat zelfs voor de taliban een groot probleem is

(bzg)

Meer
Lees meer...