De vogelgriepvariant H5N1 verspreidt zich steeds makkelijker onder zoogdieren, wat de bezorgdheid over een mogelijke pandemie doet toenemen. Wetenschappers houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten, nu ook mensen vaker besmet raken.
In de afgelopen tien maanden zijn minstens 69 mensen in Noord-Amerika besmet geraakt met het H5N1-virus via geïnfecteerde vogels. Hoewel veel gevallen mild waren, is er ook één dodelijk slachtoffer gemeld. Onderzoek wijst uit dat circulerende varianten van het virus ernstige ziekte en sterfte kunnen veroorzaken, vooral bij directe overdracht van vogels op mensen.
Bovendien lijkt het virus zich steeds beter aan te passen aan zoogdieren zoals koeien, wat het risico op verdere verspreiding verhoogt. Volgens het wetenschappelijke tijdschrift Nature kan dit de kans op een overdracht van mens op mens vergroten, wat een pandemisch scenario realistischer maakt.
Opkomst van gevaarlijke virusvarianten
Deskundigen maken zich vooral zorgen over de recente opkomst van ernstigere infecties. Dit verhoogde risico komt op een moment dat de Verenigde Staten zich terugtrekken uit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het wereldwijde orgaan dat pandemieën coördineert. Die beslissing kan internationale respons en samenwerking bemoeilijken bij een uitbraak.
Twee zorgwekkende varianten
Momenteel staan twee specifieke varianten van H5N1 centraal in wetenschappelijk onderzoek:
- B3.13: Deze variant circuleert vooral onder koeien en heeft zich inmiddels verspreid naar meer dan 900 veestapels in zestien Amerikaanse staten. Ook andere dieren zoals katten, stinkdieren en pluimvee raakten besmet.
- D1.1: Dit type komt vaker voor bij wilde en gedomesticeerde vogels en wordt gezien als een belangrijke drager van het virus.
Vooral B3.13 baart zorgen, omdat besmette koeien en hun melk een potentiële bron van verdere verspreiding zijn. Het virus kan via de lucht of besmette oppervlakken boerderijmedewerkers en andere dieren treffen.