Het coronavaccin van AstraZeneca en de universiteit van Oxford is dan toch geschikt voor mensen ouder dan 65. Dat heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vanmiddag bekendgemaakt. Daar is lang twijfel over geweest, omdat er te weinig oudere mensen deel uitmaakten van de testfase van het vaccin.
Een groep vaccindeskundigen van de WHO is tot de conclusie gekomen dat het coronavaccin van AstraZeneca en de universiteit van Oxford geschikt is voor 65-plussers. Dat was tot nu helemaal niet zeker, want er waren te weinig onderzoeksgegevens over die leeftijdscategorie.
Geen reden om niet te vaccineren
Het coronavaccin van AstraZeneca werd op verschillende plaatsen goedgekeurd, onder andere in Europa. Maar onder andere in België wordt het niet toegediend bij oudere mensen. Over het algemeen wordt de grens op 65 jaar getrokken. Maar na advies van de Hoge Gezondheidsraad heeft België beslist om het vaccin niet toe te dienen bij mensen ouder dan 55.
De Wereldgezondheidsorganisatie verklaart nu dat er geen reden is om 65-plussers niet te vaccineren met het vaccin van AstraZeneca. “Ondanks het feit dat we minder data hebben voor deze leeftijdsgroep, wijst niets erop dat hun respons niet dezelfde is als die van mensen met een jongere leeftijd”, klinkt het.
Ook voor zwangere vrouwen
Volgens de WHO zijn alle 65-plussers risicopatiënten. Het is dan ook belangrijk om hen zo snel mogelijk in te enten met een vaccin dat hen tegen Covid-19 moet beschermen. “Zelfs als het minder effectief zou zijn”. De Wereldgezondheidsorganisatie geeft eenzelfde advies voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Varianten
Het coronavaccin van AstraZeneca en Oxford kan volgens de WHO ook gebruikt worden in landen waar varianten van het virus circuleren. “In het geval van de Britse variant B.1.1.7 is het vaccin van AstraZeneca een klein beetje minder werkzaam”, klinkt het bij de experten.
“In het geval van de Zuid-Afrikaanse variant B.1.3.5.1 lijkt er op basis van een voorlopige analyse een lichte reductie te zijn in werking tegen milde en matige symptomen. We hebben weinig gegevens wat betreft de zwaardere besmettingen, maar er zijn aanwijzingen dat er toch bescherming is.”