De spanning in De Verraders blijft toenemen. Nadat vorige week Aagje Vanwalleghem het toneel moest verlaten, leek iedereen er zeker van dat Céline Van Ouytsel een verrader was. Vooral professor Hendrik Vos was zeker van zijn stuk, waardoor hij ook de volledige aanval op Céline inzette. De andere bondgenoten volgden blindelings, wat uiteindelijk voor een grote afgang zorgde.
Vorige week slaagden Bart Appeltans, Guy T’Sjoen en kersvers verrader Charlotte Van Brabander erin om volledig buiten schot te blijven aan de Ronde Tafel. Deze week mocht het trio dus voor de eerste keer iemand vermoorden. Dat werd uiteindelijk Imke Courtois, die door velen als de voorzitter van de bondgenoten werd gezien.
Er was ook een nieuwe samenkomst aan de Rode Tafel, waar het even extra spannend leek te worden voor Bart. Uiteindelijk was het toch opnieuw Hendrik Vos die met alle aandacht ging lopen door zijn aanval op Céline Van Ouytsel.
Vermoord
Het eerste slachtoffer van de aflevering werd Imke Courtois. Zij werd door de drie verraders ’s nachts vermoord omdat ze een te sterke kandidaat was. “Tragisch, maar ik denk niet dat het de verstandigste keuze is van de verraders”, klonk het bij Imke, die Céline, Véronique en Guy als mogelijke verraders zag.
Uiteindelijk bleek het wel de verstandigste keuze, want de bondgenoten kozen er (opnieuw) voor om zichzelf te boycotten. Op die manier hadden de verraders, buiten de kleine verdenking van Bart aan de Ronde Tafel, opnieuw een rustige avond.
Verbannen
Alle aandacht aan de Ronde Tafel ging namelijk naar Hendrik en zijn theorieën. Hij ging frontaal ten aanval tegen Céline Van Ouytsel, omdat hij er absoluut zeker van was dat zij een verrader was. Ook Hendrik zelf zat in nauwe schoenen en werd vooral door Véronique De Kock aangevallen. Uiteindelijk kreeg Véronique nog enkelen met haar mee om op Hendrik te stemmen, maar de meeste stemmen waren toch voor Céline.
Céline werd uit de groep verbannen en onthulde dat ze géén verrader, maar wel een bondgenoot was. Een onthulling die Hendrik compleet van de kaart bracht. “Ik heb hier niet zo veel meer te doen. Ik heb mij belachelijk gemaakt”, klonk het, waarna hij zich met het schaamrood op de wangen afzonderde van de groep. “Ik hoop dat ik vannacht vermoord word zodat ik uit deze gruwelijke marteling word verlost.”