Opfrissing: welke regels gelden er zonder verkeerslichten?

Volgens VAB en Touring zijn de helft van de verkeerslichten compleet overbodig. In de bebouwde kom zouden zelfs 9 op de 10 verkeerslichten probleemloos kunnen verdwijnen. Uitschakelen dan maar? Maar welke regels gelden er dan, vooral als het op zebrapaden aankomt? De jurist van overtreding.be verklaart. 

Verkeerslichten

Waar er verkeerslichten staan, is de situatie meestal duidelijk. Een groen licht betekent dat je mag doorrijden. Bij een rood licht moet je stoppen aan de stopstreep of – als er geen stopstreep is – ter hoogte van het verkeerslicht zelf. Oranje betekent dan weer dat je moet stoppen tenzij je zo dicht genaderd bent dat dat niet meer veilig kan.

Deze regels gelden voor alle bestuurders. Dus ook voor fietsers. Fietsers mogen enkel voorbij een rood licht rijden waar een bijzonder verkeersbord B22 het toelaat. Zelfs met zo’n bijzonder verkeersbord heb je als fietser echter geen voorrang!

Tip: een voetganger die oversteekt bij groen, blijft zijn voorrang behouden. Ook wanneer het verkeerslicht voor de voetganger tijdens het oversteken weer op rood springt.

Bevoegde personen

Waar er geen verkeerslichten zijn, of de verkeerslichten niet werken, wordt het verkeer soms geregeld door een bevoegd persoon, zoals een verkeersagent.

Je bent altijd verplicht de bevelen van een bevoegd persoon op te volgen, zelfs als de verkeerslichten iets anders zouden zeggen. De bevelen van de verkeersagent gaan dus voor op de verkeerslichten.

Let extra goed op: wie de bevelen van een verkeersagent negeert, begaat een overtreding van de derde – en in sommige gevallen zelfs vierde – graad. Een overtreding van de derde graad kost je algauw 165 euro. Een overtreding van de vierde graad komt zelfs meteen voor de rechtbank.

Tip: je boete berekenen en gratis juridisch advies vragen, doe je hier.

Onbewaakte oversteekplaats

Waar er geen verkeerslichten staan – en het verkeer evenmin wordt geregeld door een bevoegd persoon – geldt doorgaans dat degene van rechts voorrang heeft. Tenzij de verkeersborden een andere regeling opleggen. De voorrang van recht is universeel. Ook een fietser moet dus voorrang verlenen aan een auto die van rechts komt.

Aan een zebrapad zonder verkeerslichten hebben voetgangers voorrang. Aan het zebrapad moeten bestuurders (en dus ook fietsers) stoppen voor de voetgangers die (willen) oversteken. Een voetganger moet wel voorrang verlenen aan de tram, zelfs op het zebrapad.

Een fietser is geen voetganger. Een fietser die aan het zebrapad staat, heeft dus geen voorrang op de auto’s. Tenzij de fietser van zijn fiets stapt. Er is ook een verschil tussen een zebrapad en een oversteekplaats voor fietsers. Fietsers hebben geen voorrang aan een oversteekplaats voor fietsers. Meer nog, fietsers moeten rekening houden met naderende voertuigen.

Geen zebrapad

Een voetganger die zich op minder dan 30 meter van een zebrapad bevindt, moet het zebrapad verplicht gebruiken om over te steken.

Is er geen zebrapad – of ben je meer dan 30 meter van een zebrapad verwijderd – dan ben je niet verplicht het te gebruiken. Je moet in dat geval wel voorrang verlenen aan de andere bestuurders. Bovendien moet je de rijbaan loodrecht oversteken en mag je onderweg niet slenteren of blijven staan.

Onze nieuwsbrief over verkeer ontvangen? Schrijf je hier in.

Meer
Lees meer...