Andrew Tate (36) heeft in een e-mail naar zijn volgers de omstandigheden in zijn Roemeense cel aangeklaagd. Daar zit de ondernemer, influencer en voormalige kickbokser op verdenking van mensensmokkel en verkrachting. Volgens Tate is zijn cel donker en zit het er vol met kakkerlakken, luizen en bedwantsen.
Op 29 december 2022 werd Andrew Tate – samen met zijn broer en twee vrouwen – gearresteerd door DIICOT, een speciale eenheid van de Roemeense politie. In het aanhoudingsbevel staat te lezen dat het gaat om mensenhandel en verkrachting. Daarbij zouden zes slachtoffers zich gemeld hebben.
Mensenhandel en verkrachting
De aanklagers menen dat de broers Tate hun slachtoffers hebben gelokt volgens de zogenaamde loverboy-methode. Daarbij zouden ze hen een relatie hebben beloofd, waarna ze hen “door middel van fysiek geweld, mentale intimidatie en dwang” verplicht hebben om pornografisch materiaal te produceren voor websites. In maart zou een van de broers ook een vrouw hebben verkracht, waarna de Roemeense autoriteiten zes slachtoffers hebben geïdentificeerd.
Sinds hun arrestatie is de aanhouding van de broers Andrew en Tristan Tate van 24 uur verlengd naar 30 dagen. Hun advocaten gingen tegen die verlenging in beroep, maar kregen daarbij ongelijk. Sindsdien zijn ook heel wat bezittingen van de broers in beslag genomen. Vorige week werd die aanhouding opnieuw met 30 dagen verlengd waardoor de broers Tate minstens tot 27 februari in de Roemeense gevangenis moeten blijven.
Nu heeft Andrew Tate opnieuw van zich laten horen. Dat deed hij in een e-mail naar mensen die ingeschreven zijn op zijn website. In de mail klaagt de influencer de omstandigheden in de gevangenis aan. “Ze proberen mij te breken. Ik zit in een cel zonder licht. Mijn enige vrienden zijn kakkerlakken, luizen en bedwantsen. Ze proberen mijn hart vol te steken met haat”, klinkt het daar.
“Ze proberen mijn IJzeren Wil te breken door deze onterechte opsluiting. Mijn absolute respect voor iedereen om me heen is mijn daad van absolute rebellie. Ze kunnen mij niet breken. De cipiers weten dat ik onschuldig ben, ze weten dat dit onterecht is en respecteren mijn vastberadenheid”, besluit hij.