Bijna een kwart van de Belgische bevolking voelt zich écht goed in 2024. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau. De data tonen aan dat 23,8 procent van de Belgen hoog scoort op levenstevredenheid, financiële situatie én persoonlijke relaties. Toch zijn er ook zorgen: eenzaamheid en financiële moeilijkheden blijven voor veel mensen een realiteit.
Statbel ondervraagt elk kwartaal zo’n 5.000 Belgen tussen 16 en 74 jaar over hun welzijn en levensomstandigheden. De enquête peilt onder andere naar inkomen, tevredenheid, geluk en eenzaamheid. In 2024 blijkt dat 23,8 procent van de ondervraagden op alle drie de vlakken – algemeen welzijn, financiële situatie en persoonlijke relaties – een score van 8 op 10 of hoger geeft. Dat is een lichte stijging ten opzichte van vorige jaren: 21,5 procent in 2022 en 22,9 procent in 2023.
Ook op afzonderlijke vlakken zijn Belgen overwegend tevreden:
- 54,5 procent is zeer tevreden met het leven in het algemeen
- 67,8 procent voelt zich goed in persoonlijke relaties
- 37,4 procent is zeer tevreden met de financiële situatie
Niet iedereen deelt in de tevredenheid
Tegelijk tonen de cijfers ook een minder rooskleurige kant van het Belgische welzijnslandschap. Zo gaf 8,5 procent van de respondenten aan zich altijd of meestal eenzaam te voelen. Dat cijfer ligt al jaren relatief stabiel en benadrukt dat psychisch welzijn nog steeds een aandachtspunt blijft.
Op financieel vlak heeft bijna 38 procent van de Belgen het moeilijk, ondanks het feit dat 70,3 procent hun inkomen als stabiel beschouwt en 19,8 procent een stijging meldde ten opzichte van het jaar voordien.
Wie is het gelukkigst?
Statbel wijst op duidelijke verschillen tussen maatschappelijke groepen. Gezondheid en werkstatus blijken cruciale factoren: mensen met langdurige gezondheidsproblemen of die werkloos zijn, rapporteren significant lagere tevredenheid.
Daarentegen zijn Belgen met hogere inkomens en diploma’s over het algemeen gelukkiger. Ook de gezinssituatie speelt mee: koppels – zowel met als zonder kinderen – scoren gemiddeld hoger op tevredenheid dan alleenstaanden of andere huishoudtypes.