AstraZeneca blijkt na drie weken even goed te werken als Pfizer-vaccin

Eén prik van het AstraZeneca- of Pfizer-vaccin vermindert coronavirusinfecties met bijna twee derde en beschermt oudere en meer kwetsbare mensen net zo goed als jongere, gezonde individuen, zo blijkt uit een nieuwe studie. Maar de belangrijkste bevinding is wellicht dat na drie weken beide vaccins dezelfde bescherming bieden.

Bij zowel het AstraZeneca– als het Pfizer-vaccin daalt de kans op een coronabesmetting vanaf drie weken na de eerste prik met 65 procent. Opvallend is dat dat percentage voor beide vaccins ongeveer even hoog is: 64 procent bij AstraZeneca en 67 procent bij Pfizer. Dat blijkt uit een onderzoek bij meer dan 350.000 Britten die één van beide vaccins kregen toegediend.

Dat is niet alleen een opsteker voor de reputatie van AstraZeneca, het is ook erg goed nieuws voor ontwikkelingslanden. Zij zullen het Pfizer-vaccin nooit kunnen betalen, en logistiek is ligt het moeilijk doordat het erg koud moeten worden bewaard in tegenstelling tot AstraZeneca.

Eerste onderzoek dat effect vaccins aantoont in de ‘echte wereld’

De resultaten van de studie van Oxford University en het Office for National Statistics zijn meteen het eerste onderzoek dat de impact op nieuwe infecties en immuunresponsen bij een grote groep volwassenen in de algemene bevolking aantonen voor de twee vaccins.

Door het aantal infecties te verlagen, zullen de vaccins niet alleen ziekenhuisopnames en sterfgevallen voorkomen, maar ook de transmissieketens helpen doorbreken en zo het risico verkleinen van een schadelijke heropleving van de ziekte.

De onderzoekers analyseerden Covid-testresultaten van meer dan 350.000 mensen in het VK tussen december en april. Ze ontdekten dat 21 dagen na een eerste prik – de tijd die het immuunsysteem nodig heeft om een ​​behoorlijke respons op te bouwen – nieuwe Covid-infecties met 65 procent afnamen.

De vaccins waren werkzamer tegen symptomatische dan tegen asymptomatische infecties en verminderden de percentages met respectievelijk 72 procent en 57 procent, vergeleken met die waargenomen bij de niet-gevaccineerde populatie.

Een tweede injectie van het Pfizer-vaccin versterkte de bescherming verder, waardoor symptomatische infecties met 90 procent afnamen en asymptomatische infecties met 70 procent. Omdat het AstraZeneca-vaccin later werd uitgerold, is het te vroeg om de impact van die tweede doses te beoordelen.

De wetenschappers vonden geen bewijs dat de vaccins minder effectief waren bij oudere volwassenen of mensen met langdurige gezondheidsproblemen. De resultaten, die in preprint zijn vrijgegeven, zijn vooral belangrijk omdat ze het beschermende effect aantonen van de vaccins in de echte wereld tegen de zeer besmettelijke en dodelijkere Britse variant, die er niet was tijdens de oorspronkelijke klinische onderzoeken.

Bij Pfizer zakken antistoffen sneller terug

Het team analyseerde ook antilichaamreacties op de vaccins. Antistoffen stegen sneller en naar een hoger niveau met één injectie met het Pfizer-vaccin, maar zakten vervolgens weer terug, vooral bij oudere mensen, tot een vergelijkbaar niveau dat werd bereikt met de AstraZeneca-injectie. Hoewel de immuunresponsen verschilden, werd bij 95 procent van de mensen een sterke antilichaamrespons bereikt.

Bij jongere mensen verhoogde één injectie met het vaccin antilichamen tot niveaus die werden waargenomen na infectie met Covid, terwijl bij oudere mensen twee doses nodig waren. Dat onderstreept nog eens het belang van een tweede dosis voor een betere bescherming.

De resultaten tonen echter ook aan dat na één prik je nog steeds besmet raken met het virus en het is niet uit te sluiten dat je het ook nog kan doorgeven. De personen die na vaccinatie toch positief testten, droegen gemiddeld genomen wel minder virus bij zich.

(am)

Meer
Lees meer...