De Amerikaanse metropool New York wordt algemeen gezien als één van de duurste plaatsen ter wereld om te wonen. Toch zijn de kosten van levensonderhoud in een paar steden nog hoger. Onderstaande infografiek legt de kosten van levensonderhoud naast de plaatselijke koopkracht in 578 verschillende steden wereldwijd, met New York City als vergelijkingspunt.

De grafiek, die werd ontworpen door Victor Dépré en eerder deze maand is gepubliceerd op de infografische site The Visual Capitalist, maakt gebruik van gegevens uit 2022, van datasite Numbeo.

Hoe werkt het? We leggen het uit aan de hand van een voorbeeld. Als de index van de kosten van levensonderhoud in een stad 104,6 bedraagt (zoals het geval is in de Noorse stad Stavanger) betekent dat dat de dagelijkse uitgaven er gemiddeld 4,6 procent hoger liggen dan in de ‘Big Apple’.

Voor de volledigheid: koopkracht is een meeteenheid die gebruikt wordt om het aantal goederen en diensten te meten dat iemand met een gemiddeld loon in die specifieke stad kan kopen. Steden met een blauw kleurtje zijn de steden waar de kosten van levensonderhoud hoger liggen dan de koopkracht; bij die in het paars is het andersom.

De Numbeo-data leverde een aantal interessante bevindingen op.

Kosten van levensonderhoud

• Zo staat Hamilton, de hoofdstad van het eiland Bermuda, een Brits overzees gebied dat bekend is door de Bermudadriehoek, op de eerste plaats in de index.
  
• De kosten van levensonderhoud liggen er bijna 50 procent hoger dan in ‘the city that never sleeps’.
  
• Waarom is dat stadje van amper 864 inwoners (in 2016) zo duur? Een van de redenen is dat het bijna alles – gas, levensmiddelen en kledij – moet importeren.
  
• De steden met de laagste kosten van levensonderhoud liggen allemaal in Pakistan, India of Afghanistan. Zo betaal je in het Pakistaanse Peshawar maar liefst 81,4 procent minder dan in New York voor je dagelijkse uitgaven.

• Voor Leuvenaars (Leuven is de hoogst geplaatste Belgische stad in deze index) zijn de kosten van levensonderhoud ongeveer 25 procent lager dan voor New Yorkers.

• De tweede plaats op de lijst wordt dan weer bekleed door het Zwitserse Zürich, waar de uitgaven ongeveer 30 procent hoger liggen dan in New York City.
  
  • Eten en drinken zijn bijzonder duur in de regio – volgens de gegevens zijn boodschappen 58 procent duurder dan in New York, en de restaurantprijzen 55 procent hoger.

Koopkracht

• Zürich scoort weliswaar hoog op de index van de kosten van levensonderhoud, maar ook de koopkracht van de stad is sterk.
  
• Als we opnieuw naar Zürich kijken, zien we namelijk dat de consumenten in de stad gemiddeld ongeveer 30 procent meer koopkracht hebben dan de inwoners van New York City, ondanks de hogere kosten.
  
• Daarentegen heeft de gemiddelde consument in Hamilton, Bermuda, een betrekkelijk lage koopkracht. Op basis van het gemiddelde nettoloon in de stad kunnen de consumenten zich ongeveer 30 procent minder veroorloven dan de mensen in New York City.
  
• In Antwerpen, de hoogst geplaatste Belgische stad in de lijst, kunnen consumenten zich gemiddeld 9,7 procent minder veroorloven dan New Yorkers.

(kg)