De films van de week: een persoonlijk Bende Van Nijvel-verhaal in ‘Niet Schieten’ en de aanslagen van Breivik in ’22 July’

Geen week om vrolijk van te worden, want onze films van de week verhalen alleen maar over aanslagen. In de nieuwe film van Stijn Coninx wordt een persoonlijk Bende van Nijvel-verhaal verteld. Jan Decleir is in grootste doen en het is Coninx’ beste film sinds ‘Daens’. In de Netflix-film ’22 July’ doet succesregisseur Paul Greengrass het volledige verhaal van de aanslagen op het Noorse eiland Utøya op 22 juli 2011 uit de doeken.

Niet Schieten: de beste film van Stijn Coninx sinds Daens

Zeggen dat we vooraf overliepen van de goesting om naar Niet Schieten te gaan kijken zou de waarheid geweld aandoen zijn. Om te beginnen was er die verschrikkelijke titel. We huiveren nog elke keer als we ‘m horen. De affiche deed het niet veel beter en de trailer zag er nogal belegen uit.

Dan waren er ook nog het track record van Stijn Coninx waar we niet onverdeeld warm van worden. Ja, Marina was een grote hit, maar die film was toch op zijn best degelijk te noemen. En dan was er ook nog de broosheid van het onderwerp: er zou een misdaadverhaal verteld worden wiens dossier al meer dan dertig jaar meegaat en honderdduizenden pagina’s bevat aan de hand van een zeer moeilijk persoonlijk verhaal van een kleine jongen die in één klap zijn ouders en zus verloor bij een aanslag. Het was dus met een zeker scepticisme dat we de cinemazaal binnenstapte, waarna de film ons helemaal overtuigde.

KFD

De titel is nog steeds verschrikkelijk, maar met Niet Schieten heeft Stijn Coninx wel zijn beste film sinds Daens afgeleverd, en die is ondertussen al ruim 25 jaar oud. Het heeft veel met het gekozen vertelperspectief te maken. Coninx probeert niet het hele Bende-dossier in zijn film te proppen en probeert ook niet om het verdriet van de op het moment van de aanslag 9-jarige David Van de Steen te vatten, maar vertelt het verhaal vanuit het perspectief van de grootvader Albert (Jan Decleir) die bij een aanslag op de Delhaize in Aalst in één klap zijn dochter, zijn schoonzoon en één van zijn kleinkinderen verliest.

Nergens verkiest Niet Schieten de hier vooraf zo gevreesde overdreven emotionaliteit boven het vertellen van zijn verhaal. Het is de keuze voor het compromisloze die de scènes van de aanslag zelf en de scène waarin Albert zijn overleden familieleden moet identificeren zo naar de keel doet grijpen.

Later in de film zien we hoe die grootvader zich staande moet zien te houden in de nasleep van de overval. Zijn vrouw (Vivane de Muynck) sukkelt weg in een depressie, maar ondertussen moet er wel een begrafenis geregeld worden, moet de overlevende kleinzoon opgevangen worden en moet er een politie-onderzoek gevoerd worden. We zien ook hoe Petje, zoals David zijn opa noemt, soms strenger moet zijn dan hij misschien wel zou willen omdat hij weet dat David het later door zijn opgelopen handicap van zijn hersenen zal moeten hebben en dus een diploma zal moeten halen.

KFD

Niet Schieten maakt de persoonlijke gevolgen van zo een tragische aanslag meer voelbaar en zichtbaar. Het gaat veel verder dan wat we in de kranten lezen. Eenzelfde soort film kan er allicht binnen x aantal jaar gemaakt worden over de aanslagen op 22 maart.

Deze film gaat meer om de achterblijvers dan om het gebeurde. Dat het Bende-verhaal niet de hoofdmoot van de film uitmaakt, maar in korte scènes verweven wordt tussen het persoonlijke verhaal van David en zijn grootouders was de goeie beslissing. Ook het verhaal van het zoeken naar antwoorden en naar rechtvaardigheid is dat van één familie. En dan is er nog de grootvader die worstelt tussen het opzoeken van media en media-aandacht om druk te zetten op het onderzoek enerzijds en de druk die hij daarmee op zijn vrouw en kleinzoon zet anderzijds.

Zelfs de climax – een minutenlange monoloog van de grootvader – die in theorie alleen maar saai zou kunnen zijn – werkt hier wél omdat die monoloog hier gebracht wordt door Jan Decleir die één van de beste prestaties uit zijn gehele carrière neerzet. Rond het dossier van De Bende van Nijvel hangt een grote waas en een grote vermoeidheid. Stijn Coninx heeft iets absurd en ongrijpbaar weer heel concreet en menselijk weten te maken, waarvoor hulde.

Score: 8/10
KFD

22 July: Echt meeleven wordt moeilijk gemaakt omdat er een te grote puzzel gelegd wordt

In twee maanden tijd krijgen we twee films over de aanslagen op het Noorse eiland Utøya, op 22 juli 2011. Daar ging een schutter, die we later zouden leren kennen als Anders Breivik, wild tekeer op het eiland, waar op dat moment een jeugdkamp aan de gang was. De aanslagen kostten aan tientallen mensen het leven. Tot op heden is het een Noors trauma.

Op 21 november verschijnt Utøya, 22 July, een Noorse film waarin we in één take van 72 minuten waarin we de achttienjarige Kaja volgen die op zoek is naar haar zusje terwijl ze zelf de aanslag probeert te overleven. Deze film speelt zich af in real-time en heeft al heel wat kritiek gekregen. In de film weerklinkt bijvoorbeeld het werkelijke aantal schoten, wat het geheel te gruwelijk zou maken. Maar dat is afwachten tot in november.

Nu al is er 22 July van Paul Greengrass – regisseur van onder andere United 93 en Captain Phillips – en ook die film verhaalt over de aanslagen op het Noorse eiland Utøya in 2011, maar de aanpak is compleet anders: Greengrass heeft ervoor gekozen om het verhaal langs verschillende kanten te belichten en blijft dus achter met een film van 2 uur en 20 minuten waarvan de aanloop naar de schietpartij, de voorafgaande bomaanslag in het centrum van Oslo en de schietpartij op het eiland zelf een halfuur van de film in beslag nemen.

Netflix

Daarna serveert Greengrass ons een aantal verschillende perspectieven: de zoektocht van de radeloze ouders van Viljar naar hun zoon en nadien ook de operatie en revalidatie van Viljar (Jonas Strand Gravli), de eerste ondervragingen van Breivik (Anders Danielsen Lie), de beslommeringen en vraagstukken van advocaat Lippestad (Jon Øigarden) en de gevolgen voor zijn gezin en de eigenlijke rechtszaak.

We krijgen dus heel wat informatie en ook al duurt de film twee uur en twintig minuten: 22 July schiet tekort in het ten gronde vertellen van elk van die verhalen. De kijker blijft achter met een soort van hutsepot waarin de verschillende verhalen te weinig worden uitgediept en de momenten die de juiste toon aanslaan schaars zijn.

Ze zijn er echter wel: het verhaal van advocaat Lippestad, die Breivik verdedigt omdat in een rechtsstaat iedereen nu eenmaal recht heeft op verdediging, is lang het meest interessante. De ontluikende vriendschap tussen Viljar en Lara (Seda Witt) is mooi om te zien en de getuigenis van Viljar in de rechtbank is een moment om in te kaderen. Maar ondanks die momenten slaagt 22 July er niet in om te doen wat Niet Schieten wel kon: raken in het hart.

Misschien was Greengrass met een betere film achtergebleven als hij één van deze verhalen had uitgekozen om het tot in de diepte te vertellen. Dat was trouwens ook het element dat mans films United 93 en Captain Phillips zo sterk maakte: het inzoomen, het claustrofobische. Nu wil Greengrass een te breed verhaal vertellen waardoor hij achterblijft met een schets.

Tot slot nog één opmerking: Paul Greengrass heeft al met Noorse acteurs gewerkt, het is een stap vooruit. Maar wanneer gaat Hollywood eindelijk eens leren dat twee Noren die tegen elkaar Engels spreken zeer gekunsteld aandoet?

Score: 6/10

22 July is nu te zien op Netflix. Wie de film in de cinema wil meepikken kan dat ook, in bioscoop Palace aan de Anspachlaan in Brussel. Check de vertoningen hier.

Netflix
Meer
Lees meer...