De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft unaniem ingestemd met een bevriezing van de partijdotaties voor de rest van de legislatuur. Dat betekent dat politieke partijen tot en met 2029 moeten werken met de middelen zoals die in juni 2024 waren vastgelegd. De maatregel levert een besparing op van zo’n 5 miljoen euro.

Het voorstel, ingediend door N-VA-Kamerlid Wim Van der Donckt, werd eerder deze maand al goedgekeurd in de Kamercommissie Grondwet en krijgt nu ook groen licht in de plenaire vergadering. Concreet wordt het automatische mechanisme dat de partijfinanciering laat stijgen met de inflatie tijdelijk uitgeschakeld voor de begrotingsjaren 2025 tot en met 2029.

Daardoor blijven de dotaties “bevroren” op het niveau van de laatste indexaanpassing in juni 2024. Volgens Van der Donckt zorgt dat voor een totale besparing van minstens 5 miljoen euro.

Geen inhaalbeweging na de legislatuur

Een belangrijk element in de nieuwe regeling is dat er na 2029 geen retroactieve indexering komt. Vanaf 2030 kan de partijfinanciering opnieuw worden aangepast aan de levensduurte, maar dan zonder terugwerkende kracht. Daarnaast blijft een bestaande structurele besparing van 5,32 procent gewoon gelden.

Vlaams Belang en PVDA wilden halvering

Ondanks de unanieme eindstemming ging het dossier gepaard met scherpe discussies. Vlaams Belang en PVDA vonden de maatregel onvoldoende en pleitten voor een halvering van de dotaties. Opvallend: beide partijen steunden elkaars amendementen, ondanks hun totaal verschillende ideologische achtergrond.

Zowel Barbara Pas (Vlaams Belang) als Julien Ribaudo (PVDA) stelden dat een bevriezing niet volstaat om het vertrouwen van de burger te herstellen. Hun voorstellen haalden het echter niet. Uiteindelijk schaarde de volledige Kamer zich achter de bevriezing van de partijfinanciering.