Het gemiddelde startersloon in België is de voorbije drie jaar met 14 procent gestegen tot 2.510 euro bruto per maand. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstverlener Acerta, gebaseerd op de gegevens van meer dan een half miljoen werknemers.
Wie vandaag als pas afgestudeerde voltijds aan de slag gaat, kan rekenen op een gemiddeld brutoloon van 2.510 euro. Dat is 208 euro meer dan in 2022, goed voor een stijging van 14 procent. In vergelijking met 2019 gaat het zelfs om een toename van 18,4 procent, oftewel 376 euro bruto extra per maand.
Kloof wordt kleiner
Achter dat gemiddelde cijfer schuilen wel opvallende verschillen. Een universitair afgestudeerde start gemiddeld met 2.982 euro bruto, iemand met een diploma hoger onderwijs (HUBO) met 2.820 euro en een jongere met een diploma hoger secundair onderwijs (HSO) met 2.568 euro. Voor starters met enkel een diploma lager secundair onderwijs (LSO) ligt het gemiddelde loon op 2.227 euro.
Toch is die kloof de voorbije jaren kleiner geworden. Tussen 2017 en 2023 steeg het startersloon van universitairen het minst, met 10,86 procent. Bij jongeren met een diploma HSO ging het om een stijging van 28,79 procent, en bij LSO zelfs met 36,12 procent.
Volgens Florence Cordonnier, legal experte bij Acerta Consult, speelt daarbij meer dan enkel het behaalde diploma een rol. “Een universitair diploma heeft niet meer het absolute monopolie op het beste loon, en een diploma is niet langer een garantie voor de hele verdere loopbaan”, zegt ze. “Werkgevers kijken vandaag steeds vaker naar competenties en naar opleidings- en groeimogelijkheden wanneer ze werknemers een contract en loonvoorstel voorleggen.”
