Nu zondag begint op één straffe nieuwe fictie van Panenka, het productiehuis van Tom Lenaerts en zijn echtgenote Kato Maes: ‘Over Water‘. We zagen de eerste twee afleveringen van de reeks over een voormalig televisiefiguur, John Beckers, die bij wijze van laatste kans na zijn zoveelste ontslag uit een afkickcentrum een baantje aangeboden heeft gekregen in het bedrijf van zijn schoonvader gelegen in de Antwerpse haven.
Uit de topcast met daarin, onder andere, Tom Dewispelare, Natali Broods, Herman Gilis, Jeroen Perceval, Kevin Janssens, Tom Van Dyck en Violet Braeckman haalde wij de twee Tommen voor onze microfoon.
Tom Van Dyck speelt Carl Dockx. Carl is de rechterhand van Freddy, de schoonvader van John en heeft in een duister en mysterieus verleden tien jaar in de gevangenis gezeten. In de twee afleveringen die wij zagen, vonden we Dockx eerst niet sympathiek, dan wel sympathiek en dan opnieuw niet meer zo sympathiek.
Tom Van Dyck: Dat vind ik een geweldig compliment. Die dualiteit zit zeker in het personage. Die twijfel of hij nu goed is of niet, of hij nu lief is of hard: dat vind ik fijn. Ik heb met Tom Lenaerts ook al samen een reeks geschreven, Met Man En Macht, en hij heeft voor Over Water dezelfde manier van werken gehanteerd dan hoe ik zelf ook altijd mijn reeksen maak: je ontwikkelt een verhaal en je schrijft de personages op het lijf van de verschillende acteurs die hebben toegezegd. Toen Tom en Paul Baeten Gronda naar me toekwamen met de vraag of ik Carl Dockx wilde spelen, vond ik dat meteen fantastisch.
Ik besef bijna niet meer hoe fantastisch en uitzonderlijk het is, maar de voorbije jaren heb ik amper anders geweten dan dat ik personages heb neergezet die waren geschreven met mij in het achterhoofd en die ik mee heb mogen opbouwen, dat is een ongelooflijke luxe als acteur. Bij De Bende Van Jan De Lichte – dat hopelijk toch ooit eens zal worden uitgezonden door VTM – was het ook zo.
Tweede kansen
Voor mij gaat de reeks op dit moment, na twee afleveringen, over tweede kansen. Niet alleen voor John, maar ook voor Carl. Want een verslaafde blijft altijd een verslaafde, maar ook een ex-gevangene blijft altijd een stigma meedragen.
Van Dyck: De analyse van de tweede kans is perfect. De vraag is: grijp je ze of help je ze naar de kloten?
Tom Dewispelare: Verslaving is ook het gevecht tegen het uitschakelen van nieuwe kansen. En als je consequent verkeerd blijft kiezen, dan verzink je in een soort moeras waar je steeds moeilijker nog uit kan raken. De ene leugen moet de andere toedekken en door te beginnen bij één verkeerde keuze zit je in een web waarvan je je afvraagt hoe je er ooit in terecht bent gekomen.
Van Dyck: Het is zelfs zo dat als je ooit als jongere bijvoorbeeld kanker hebt gehad, dat je nooit nog een lening kan krijgen. Als dat geen schande is! Dat is ons kapitalistische bankensysteem, degoutant.
We zien John een paar keer op zo’n kruispunt staan in de eerste twee afleveringen. En soms maakt hij zelfs de juiste keuzes. Maar soms ook niet. Dat toont wel aan wat voor gevecht het is.
Dewispelare: Je kan hem lang begrijpen hé. Angst, schuldbesef, paniek: we kunnen heel lang begrijpen waarom hij doet wat hij doet. Iedereen heeft al vooroordelen over hem omdat hij uit een afkickcentrum komt en een verleden als verslaafde heeft.
Verslaving is een gevoelig thema. Heb je daar zelf research naar gedaan?
Dewispelare: Ik heb heel indrukwekkende documentaires bekeken over alcoholverslaving. Ik heb er ook veel over gelezen. Maar ik heb het niet zelf uitgetest. (lacht) Ik wilde met mensen gaan praten, maar dat bleek uiteindelijk toch te gevoelig en toch niet zo evident. Ik heb in mijn omgeving ook al wel een aantal mensen met een drankprobleem gekend en dat is verschrikkelijk. Het is een ziekte.
Ik denk dat we echt even heel duidelijk mogen stellen: niemand kiest ooit voor een verslaving.
Dewispelare: Absoluut niet. Het heeft vaak veel te maken met een gevoel van eenzaamheid, of alleen-zijn. Ook bij de muizen trouwens. Er is eens een experiment geweest waarin één muis alleen in een hokje zat met de keuze tussen een fles water of een fles water met cocaïne. Die muis die alleen in een hok zat, ging altijd terug naar die fles water met cocaïne. Jaren later deden ze het experiment met meerdere muizen in hetzelfde hok, met een radje om in te lopen, appelen en bloemkolen om te eten én een fles water en water met cocaïne en die muizen bleven consequent van het water met cocaïne. Een verslaving heeft heel veel te maken met je omgeving: waar ben je opgegroeid en waar ben je nu? Wie ken je? Of ken je niet? Hoe voel je je? Heb je vrienden?
In de reeks zie je ook heel erg hoeveel sociale controle er is en hoe mensen voortdurend op de toppen van hun tenen lopen. Koken met een scheut witte wijn kan een probleem worden.
Dewispelare: De schade die iemand met een verslaving aanricht aan een gezin is heel groot. Het vertrouwen is weg en dat herstellen is allesbehalve evident. En daardoor is er ook heel veel sociale controle. “Wat ga je doen? Wanneer ben je terug?” En als je te lang wegblijft: “Oei oei, er zal toch niks gebeurd zijn?”
Carl & Vincent Dockx
Je speelt nu Carl Dockx. Je hebt ooit Vincent Dockx gespeeld in Matroesjka’s. Zelfde achternaam, op dezelfde manier gespeld.
Van Dyckx: (enthousiast) Yes, ik vroeg me al af wie er mee zou gaan afkomen! Er is géén verband, maar het gekke is ook dat ik in Met Man En Macht de Carl speelde. Carl en Vincent Dockx hebben bepaalde dezelfde karaktertrekken – die dreiging zoals je al zei – met dat verschil dat Vincent echt een psychopaat was zonder empathisch vermogen. Een zieke mens. En het blijkt dat Carl Dockx een mens van vlees en bloed is. Bij Vincent was het uitschakelen van de psychologie, terwijl Carl net pure psychologie is.
Jij bent een heel fysiek acteur hé, Tom. Ook hier weer.
Van Dyck: Ik zoek sowieso altijd naar transformatie. Ik ben niet het soort acteur die zoekt naar hoe ik zoveel mogelijk mezelf kan blijven, ik zoek altijd lelijkheid op. Een karakterkop zoals ze dat dan noemen, wat eigenlijk een verbloeming is van “mottige kop”. (lacht) Als mannelijk acteur kan je daar alleen maar heel blij mee zijn, want dan krijg je de beste rollen. Ik ben me er heel erg van bewust dat taal maar één van de expressiemogelijkheden is als speler. Ik denk ook technisch heel erg mee met de DOP (director of photography, red.), dat doe ik sinds ik zelf regisseur ben omdat ik weet dat een frons in een close-up veel meer effect heeft dan in een ruim shot.
Jullie maken deel uit van een cast die mooi evenwichtig is samengesteld tussen gevestigde waarden en nieuw talent, vaak afkomstig uit de theaterwereld. Kenden jullie zelf iedereen al of toch nieuwe ontdekkingen gedaan?
Dewispelare: Weet je, Tom Lenaerts heeft een hele grote affiniteit met acteurs en actrices. Je ziet dat, vind ik, nog veel te weinig: tv- en filmregisseurs die de moeite nemen om naar toneel te gaan. Tom doet dat wel en zo ontdek je de nieuwe jonge garde.
Van Dyck: Evgenia Brendes die Ella speelt, was voor mij een heel aangename kennismaking. Ik had ze al zien spelen en die samenwerking was heel erg fijn. En dat is natuurlijk niet mijn enige fijne collega, maar de meeste kende ik al. Dit wordt Evgenia haar springplank naar het grote publiek toe, denk ik.
Dewispelare: Ik kende ook zeker niet iedereen. Ik vond het heel fijn spelen met Jef Hellemans en Violet Braeckman, die mijn kinderen spelen. Herman Gilis, die mijn schoonvader speelt, is een acteur waar ik al heel lang naar opkijk, maar die nog niet heel veel gedaan heeft in Vlaanderen. Hij heeft veel toneel gespeeld in Nederland, maar ’t is een rasechte Antwerpenaar.
John zegt ook ergens “Ik woon al heel mijn leven in ’t Stad en pas nu besef ik hoe groot die haven is”. Ik snap hem.
Dewispelare: Ik ook. Je komt hier nooit hé? De binnenstad is niks tegenover de haven hé. We hebben op locaties gefilmd waar je in bepaalde gevallen zelfs niet mag komen. En die kades, als er een boot aankomt die in- of uitgeladen moet worden: zeer indrukwekkend. Time is echt money daar, letterlijk.
Series in de cinema?
Het wordt er niet makkelijker op om fictie gemaakt te krijgen in Vlaanderen in een wereld waarin steeds meer gemaakt wordt. De stroom aan nieuwe series is niet bij te houden. Ik zal het zeggen: zelfs als het je job is, is het tempo niet bij te houden. Zijn jullie zelf veelkijkers?
Dewispelare: Ik doe dat wel in periodes. Af en toe, dat heb je nu tegenwoordig, dat je een wind hoort waaien bij je vrienden of collega’s. Zo’n periode dat iedereen naar hetzelfde aan het kijken is. En dan laat ik me wel eens besmetten door hun enthousiasme. En dan kan ik me er wel helemaal in verliezen en blijven kijken. Als het echt goed is, vind ik dat heerlijk. Ik herinner mij de periode van Breaking Bad: dat blijft één van de beste dingen ooit gemaakt.
Van Dyck: Ik zal niet zeggen dat ik veel kijk als je inderdaad die gigantische stroom ziet. Ik ben iemand die ook nog graag naar de cinema gaat. Ik vind het een gat in de markt dat er zelden of nooit series in de cinema te zien zijn. Het verschil is ook dat je veel geconcentreerder bent. Je staat niet eens recht om de chips te gaan halen en je gaat niet even een WhatsApp die net is binnengelopen beantwoorden. Stel je voor dat je twee of vier afleveringen van een reeks in de cinema zou kunnen bekijken: ik zou gaan. Ze zeggen het ook altijd, dat reeksen de nieuwe cinema zijn. Waarom wordt het dan niet gedaan? Die Big Little Lies: de cinematografische perfectie. Dat had perfect in de cinema gekund. Ik zou het gewoon tegelijkertijd beschikbaar stellen zodat iedereen de keuze heeft.
Er is ook al een tweede seizoen, die draaiperiode zit er zo goed als op. Straf als je bedenkt dat de uitzending nog moet starten.
Van Dyck: Ik ben twee jaar bezig geweest met Carl Dockx en ik heb dat ongelooflijk graag gespeeld. Als speler is het ook heel bijzonder om in die situatie te zitten. De spanningsboog kan dan langer worden doorgetrokken.
Dewispelare: Ik denk dat dat een beetje de magie is van Tom Lenaerts. Hij geniet – terecht – heel veel vertrouwen bij één. Het is ook niet niks, zo’n machinerie als Over Water geregeld en geschreven krijgen. Die cast bij elkaar krijgen op de juiste momenten. En dan die Duitse co-producent ZDF helpt ook wel, natuurlijk. Ik denk dat het tegenwoordig ook bijna verwacht wordt dat, als er een nieuwe reeks start, dat je meteen al denkt in de richting van een tweede seizoen.
Wat Netflix ook heeft aangetoond: reeksen in een andere taal kunnen wereldwijd aanslaan. Denk aan La Casa De Papel of Dark.
Dewispelare: Het kan inderdaad. (lacht)
Over Water start zondag 16 december om 21.25 op één.