Het worden spannende dagen voor Tijs Vanneste want vanaf donderdag 15 april is zijn eerste televisieprogramma De Kemping op Eén te zien en amper een dag later ligt ‘Hier Is ’t Goed’ in de winkel, een verzameling liedjes in het Dessels die samenhangen met het programma. In De Kemping verzamelt Tijs negen jongeren rond zich die langdurig werkloos zijn. Samen zetten ze een camping op, maar het zijn vooral de verhalen van de jongeren die Tijs interesseerden en inspireerden.
Tijs Vanneste: Als het over mij gaat, gaat het al snel over Van Echelpoel. Maar dat hoofdstuk is afgerond en nu is het tijd voor andere dingen. Het was heel leuk en we hebben er veel van geleerd, maar ik ben ook blij dat we dat project op voorhand hebben afgebakend tot de duur van één jaar.
Dankzij Van Echelpoel werd er plots heel veel mogelijk voor mij. Ik werd gecontacteerd met allerlei voorstellen, redelijk snel ook van de televisie uit. Ik heb nooit de ambitie gehad om televisie te maken dus ik heb ook op heel veel voorstellen nee gezegd. Tatoeëerder is nog altijd mijn hoofdberoep dus ik was ook in de mogelijkheid om alleen maar ja te zeggen op iets dat ik écht wilde doen. Ik merkte ook dat door vaak nee te zeggen de mensen op den duur begonnen te zeggen: “Oké, doe wat je wil.” En dan doe ik natuurlijk mee. (lacht)
We zullen straks nog dieper ingaan op het programma, maar ik wil ook graag even bij de muziek blijven stilstaan. Want die breng je voor de eerste keer uit onder eigen naam.
Vanneste: Vanaf m’n 16de al maakte ik muziek met Oceans Of Sadness. Dat was een metalband waarvan ik de zanger was en waar we ook verschillende albums mee hebben uitgebracht. Dat draaide in zijn nichesegment heel goed. Na die periode had ik een degout van de muziekindustrie: dat gaan onderhandelen over iets wat je met hart en ziel gemaakt had: dat was niets voor mij. Daarna heb ik twee platen onder de naam The Searching gemaakt die ik nooit heb uitgebracht. En toen kwam Van Echelpoel, een uit de hand gelopen grap, en dat sloeg aan. Van Echelpoel was eigenlijk theater. Nu is het weer tijd om iets uit te brengen dat ik met hart en ziel gemaakt heb. En door het televisieprogramma paste het nu ook om dat onder eigen naam te doen.
Vechten tegen vooroordelen
Zingen in het eigen dialect is populair in de laatste jaren. Elke provincie lijkt wel zijn eigen rapper te hebben dezer dagen. Het dialect lijkt meer dan ooit omarmd te worden. Heb je daar een verklaring voor?
Vanneste: Ik denk dat er te veel gemaakte showbuisness is en dat de mensen herkenning zoeken in wat ze zien op televisie en horen op de radio. Voor mij persoonlijk was het niet per se makkelijker om te zingen in m’n eigen dialect. Misschien wel integendeel. Elk woordje werd plots belangrijk, terwijl ik in het Engels zou kunnen zingen dat een cirkel een vierkant is en ik er nog mee weg zou komen ook.
Ik ben al heel m’n leven fan van muzikale poëten. Mensen als Leonard Cohen en Tom Waits of – in het Nederlands – Zjef Vanuytsel, Herman Van Veen of Bram Vermeulen. Woordkunstenaars die echt iets vertellen.
Je durft het ook aan om die woordkunstenaars te coveren. Op ‘Hier Is ’t Goed’ staat een cover van The Times They Are a-Changin’ van Bob Dylan, een megaklassieker. In jouw versie is dat Den Tijd geworden. Eind 2019 maakte je Luchtkasteel van Hurt van Nine Inch Nails/Johnny Cash. Dat zijn muzikale monumenten. Twijfel je dan niet even: “Zou ik dit wel doen?”
Vanneste: Ik ben daar eigenlijk niet mee bezig omdat ik ervan uit ga dat Bob Dylan of Trent Reznor ook maar mensen als jij en ik zijn. Ik denk ook niet dat ze dat erg zouden vinden dat iemand uit de Vlaamse Kempen een liedje van hen op z’n plaat heeft gezet. Die zijn daar ook niet mee bezig. Puristen vinden dat waarschijnlijk wel erg ja, maar in ’t Kempisch zeggen ze “Daar veeg ik m’n gat aan.” Ik doe wat ik wil.
Ik vond het wel heel belangrijk dat ik geen cover maakte om te laten zien dat ik dat durfde. Ik wilde er echt m’n eigen ding mee doen.
Het sleutelzinnetje in Den Tijd is voor mij “veroordeelt niet wat ge niet snapt”. In de clip van Luchtkasteel toonde je die tekst ook: “Niet veroordelen, maar proberen te begrijpen.” Maar net dat lijkt me jammer genoeg iets van alle tijden.
Vanneste: Zonder hautain te willen klinken, maar ik vind het mijn taak om tegen vooroordelen te vechten. Ik word al heel m’n leven in een vakje gestopt, maar ik pas niet in een vakje. Niemand past in een vakje. Ieder mens heeft zijn verhaal en zijn verleden en het is te eenvoudig om dat te gaan vereenvoudigen tot een paar oordelen of vooroordelen. Ik vind nuancering in het algemeen zeer belangrijk en zeker in het praten over mensen.
En dat is een mooi bruggetje naar het programma, want in ‘De Kemping’ werk je met langdurig werkloze jongeren. Ook een kwetsbare groep die het voortdurend moet opnemen tegen vooroordelen.
Vanneste: Ik heb een aantal jaar als creatief therapeut in de gevangenis gewerkt en ook in buitengewoon onderwijs en dat zijn omgevingen waar je merkt dat niets zwart-wit is. Iemand die zijn naam niet kan schrijven, is niet minder waard dan een ingenieur. Het zijn snelle harde tijden en niet iedereen kan nog mee. Voor sommige mensen voelt het alsof ze in een Formule 1-wagen moeten springen die voorbij snelt. En wie niet mee kan, wordt al snel achtergelaten. Die mensen wilde ik graag een gezicht geven met het forum dat ik nu ter mijner beschikking heb.
Weet je vanwaar dat gevoel komt? Want ik denk dat er minstens evenveel mensen zijn die het net allemaal niet zouden willen weten of horen.
Vanneste: Ik heb al heel m’n leven interesse in de rand. Dat interesseert mij: hoe kom je ergens? Wat is je overkomen? Niemand kiest in welke wieg hij of zij geboren wordt. Het is heel makkelijk om te oordelen over anderen als je zelf in een liefdevol nest bent opgegroeid en geen trauma’s hebt overgehouden aan je jeugd.
Als kind heb jij ook te horen gekregen dat het waarschijnlijk niet goed met je zou komen. Nu ben je een prille veertiger en heb je je pad in het leven gevonden. Is het misschien daarom dat je daarom zo mee voelt met deze jongeren?
Vanneste: Ik ben tevreden met wat het leven mij gegeven heeft tot nu toe. Ik heb geluk gehad. Het hangt ook samen met een goeie vriendenkring: ik heb een héle goeie. Als er iemand met coke of speed zou zijn binnengekomen, dan zouden we als groep daartegen gereageerd hebben. Ook van dat soort kleine gelukjes hangt je leven af.
Op pad met De Pelikanen
De plaat en het programma hangen vast aan elkaar, heb ik gelezen. Vertel eens hoe dat in elkaar zit.
Vanneste: Productiehuis De chinezen is op me afgestapt om te horen wat ik wilde. Ik wilde graag iets maken vanuit een sociaal project en zij stelde voor om ook muziek te maken bij het programma. Die kans heb ik met beide handen gegrepen en ik wist meteen ook dat ik daarvoor wilde samenwerken met andere mensen. Dus heb ik Lange Polle gebeld, met wie ik al meer dan 20 jaar bevriend ben. Triggerfinger zit in een pauze en hij was meteen enthousiast om mee te werken.
Tekstueel wilde ik niet zo ver gaan dat je iedere persoon in het programma aan een nummer zou kunnen koppelen. Ik heb universele verhalen verteld en thema’s uitgekozen om rond te vertellen. En in het beste geval kan je er ook als luisteraar iets aan hebben.
Duizend Keer is een duet met Kate Ryan, of met Katrien Verbeeck, zo je wil. In de perstekst zeg je “Voor mij is Kate gewoon Katrien.”
Vanneste: Katrien heeft al heel wat bewezen in het disco/dance/pop-segment en genre-puristen proberen haar dan ook al snel in dat soort hokje te proppen. Maar ik weet ook dat ze een hele goeie en integere muzikante is. Ik wist dat ze er al langer van droomde om echte organische muziek te maken. Ik heb de vraag niet gesteld, ik heb haar gewoon gebeld en gezegd “Doe maar mee.” (lacht) En tegelijkertijd is het voor mij ook weer een kans om de hokjesmentaliteit van mensen waar we het eerder al over hadden nog eens te doorbreken. Het muzikaal ‘correct’ denken, daar kan ik niet tegen.
Gaat er ook live gespeeld worden?
Vanneste: Er zijn tourdata voor het najaar met mijn band De Pelikanen. Het belangrijkste dat De Pelikanen verbindt, is dat het allemaal mensen zijn die ik persoonlijk heel graag heb. En daarnaast zijn het ook allemaal goeie muzikanten. Maar hun persoonlijkheid staat voor mij voorop. En dat gaat tot bij de geluidstechniekers. Ik wil op pad zijn met mijn vrienden.
Wanneer is iemand voor jou een vriend? Ik heb nu een fijn gesprek met jou, maar daarom ben ik nog geen vriend.
Vanneste: Als je, soms uitgesproken maar veelal ook niet uitgesproken, weet dat je voor elkaar door een vuur zou gaan. Als je weet: wij gaan samen de strijd aan en je mag me van de rest van je dagen vragen wat je wil. En omgekeerd.
Ik herinner me ook een mooi fragment uit Reizen Waes waarin je zei “Het voordeel als je snel tevreden bent, is dat je véél tevreden kan zijn.”
Vanneste: Simpele dingen maken het leven de moeite waard. Chique recepties of feestjes die tot in de puntjes voorbereid zijn, is niet waar ik me goed bij voel. Een vuurkorf, een pintje uit een fleske en goed gezelschap: dat is mijn ding. Ik ben ook niet zo’n reiziger. Ik ben al een paar jaar niet meer op reis geweest omdat het me niet interesseert. Ik zal wel in m’n tuin gaan zitten.
Dat is voor mij een teken dat je basis goed zit. Dat je gelukkig bent.
Vanneste: Dat merkte ik ook tijdens het maken van het programma. Ik had al snel door dat tv-mensen 100% in iets duiken, een paar maanden er helemaal voor gaan om dan uitgeput aan de eindmeet te komen met een programma. Ik niet. Ik had een heel belangrijke voorwaarde: ’s avonds wil ik m’n kinderen in bed kunnen stoppen en het “echte” leven mag er niet onder lijden. Vrouw en kinderen gaan voor op alles. Zonder die basis is al de rest voor mij waardeloos.