Waarom de PS zo bang is van een leger en politie in handen van N-VA

Vanmorgen was het weer zover: de PS die “waarschuwt”, omdat de N-VA de veiligheidsdepartementen in handen houdt. Deze keer André Flahaut (PS), zelf jarenlang minister van Defensie. En hij lichtte een tipje van de sluier waarom de PS zo bang is van het leger en de politie in handen van Vlaams-nationalisten: de inlichtingendiensten…

Het lijkt een bijzonder van de pot gerukt argument: de veiligheidsdepartementen die in handen zijn van de Vlamingen, van de N-VA, dat is “gevaarlijk”. Het klinkt alsof het in de uitzending “Bye bye Belgium” van de RTBF destijds zat: de Franstalige vrees dat de Vlamingen het leger zouden inzetten.

En toch… Sinds de N-VA in de regering zit, keert het discours steeds vaker terug. Dat de taalevenwichten in het leger bijzonder gevoelig liggen, weten we al enkele jaren. In de Franstalige pers was daarover, onder meer onder aanvuren van de MR en Denis Ducarme (de fractieleider die vandaag vurig een coalitie met de N-VA verdedigt) bijzonder fel: de Vlaamse generaals waren veruit in de meerderheid, en dat kon niet. 

cdH eiste deze zomer ook meer Franstalige generaals

Dat dit niet zomaar een praatje is, bewees Benoît Lutgen nog deze zomer. Toen de cdH-voorzitter enkele weken kortstondig aanpapte met CD&V, N-VA en MR om misschien een federale regering te vormen, legde Lutgen de volgende ‘communautaire eis’ op tafel: meer Franstalige generaals in het leger. Dat hogere officieren perfect tweetalig moeten zijn, en dat daar het schoentje knelt, lijken de Franstalige politici niet echt mee te nemen in hun argumentatie. 

Maar vanmorgen lichtte André Flahaut, zelf van 1999 tot 2007 minister van Defensie, toch een ander tipje van de sluier over de vraag waarom de Franstaligen zo geobsedeerd zijn met de N-VA op die veiligheidsdepartementen: het gaat om de inlichtingsdiensten. Onze federale regering heeft twee serieuze inlichtingendiensten: de Staatsveiligheid, die onder Justitie (Koen Geens, CD&V) en een deel onder Binnenlandse Zaken en dus Jan Jambon (N-VA) valt, en de ADIV, die onder Defensie en dus Steven Vandeput ressorteert. Beide diensten worden niet enkel aangestuurd door die ministers, maar telkens door een comité binnen de regering.

Sinds kort is de parlementaire controle over die diensten uitgebreid, via het Comité I. Dat geeft aan de fracties in de Kamer het recht om één iemand te sturen die alle dossiers van die diensten mag inkijken, onder geheimhoudingsplicht. Alleen, die controle is op geen enkele manier voldoende voor Flahaut. 

“Dit is du jamais vu”

Op Bel RTL vanmorgen legde hij omstandig zijn “vrees” uit. “U, als oud-minister van Defensie, bent een expert op vlak van veiligheidsdiensten. Wat beangstigt u dan zo aan de huidige toestand?”, gaf interviewer Martin Buxant de voorzet. “Wel, wat bijzonder verontrustend is, is dat er een systematiek, een positionering van de N-VA in zit. Alle departements régaliens (departementen die ‘van de kroon’ afhangen, of dus de veiligheidsdepartementen) zitten bij hen: Binnenlandse Zaken en Defensie zijn bezet door mensen van de N-VA. De enige en zelfde partij dus, en de enige en zelfde taalgemeenschap. Dat is du jamais vu.”

En zo kwam het gesprek op de inlichtingendiensten, want daar wilde Flahaut het over hebben. “Als men zo inlichtingendiensten in de hand heeft, is men lid van de ministeriële veiligheidscomités. Maar als alle leden van de comités van dezelfde partij zijn, waar is dan de controle? Wie controleert dan de militaire veiligheidsdienst of de burgerveiligheidsdiensten? Zonder intentieprocessen te voeren, maar ik zeg simpelweg dat als men een regering samenstelt, men probeert om al die diensten, Binnenlandse Zaken, Defensie en Asiel en Migratie, niet samen bij één en dezelfde partij te brengen.”

Flahaut heeft het over dat “Ministerieel Comité voor inlichtingen en veiligheid”. Alleen, daarin zitten niet enkel N-VA’er: eerste minister Charles Michel (MR), minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR), minister van Justitie Koen Geens (CD&V), minister van Defensie Vandeput (N-VA), minister van Binnenlandse Zaken Jambon (N-VA) en minister van Economie Kris Peeters (CD&V). 

“Evident gevaar”

De insinuatie op zich is krachtig, al was het maar omdat ze komt van iemand die zelf 8 jaar lang de touwtjes op Defensie in handen had, en op z’n minst de reputatie had van de militaire inlichtingendienst fel te willen naar zijn hand zetten.  

“Maar zal de N-VA dan die posten misbruiken?”, vroeg Buxant. “Ik zeg u, we voeren geen intentieprocessen”, antwoordde Flahaut. “Maar ik constateer met u dat er sinds het begin van deze regering een serie provocaties gekomen zijn, gevaarlijke provocaties, die een normale reactie creëerden, om dit evidente gevaar aan te kaarten”, stelde Flahaut.

Het is duidelijk dat de PS weinig vertrouwen heeft in de N-VA. Niet toevallig onderzochten de veiligheidsdiensten in het verleden wel eens de (extreem-rechtse vleugel van de) Vlaamse beweging. Misschien alludeerde Flahaut daarop, toen hij het had over “dossier uit het verleden”? Want de oud-minister van Defensie had het daar ook even over: “We moeten bijzonder waakzaam zijn over welke toegang medewerkers krijgen over documenten die in het verleden als ‘geheim’ gekwalificeerd zijn.”  

De commentaren tonen hoe dan ook aan dat de PS haar strategie van wantrouwen zaaien in Franstalig België tegen de federale regering mét de N-VA verder zet. En de uitspraken wijzen erop hoe diepgeworteld de afkeer bij PS-toppers voor de N-VA zit. Zeker Flahaut, die in het verleden wel vaker N-VA en Vlaams Belang op één hoopje veegde, heeft het niet hoog op met Flaminganten. Het commentaar over de “departements régaliens” valt vast niet voor de laatste keer.

epa
Meer
Lees meer...