Waarom Xi’s spectaculair ogende klimaataankondiging op de VN-top best met korreltje zout wordt genomen

President Xi Jinping heeft aangekondigd dat China geen nieuwe kolengestookte elektriciteitsprojecten in het buitenland meer zal financieren en/of bouwen. Dat oogt spectaculair, want China was goed voor de financiering van zowat alle kolencentrales die nog in de steigers staan in de wereld. Maar waar Xi het tijdens zijn speech voor de Algemene Vergadering van de VN niet over had, waren de Chinese kolencentrales thuis. En net daar wringt het schoentje.

Waarom is dit belangrijk?

China heeft beloofd om tegen 2060 koolstofneutraal te worden, maar een nieuwe golf om te investeren in steenkool in eigen land is opnieuw een teken dat het de onmiddellijke maatregelen uitstelt die nodig zijn om dat langetermijndoel te bereiken.

China bouwt momenteel de grootste vloot van kolengestookte elektriciteitscentrales binnen zijn eigen grenzen en het grootste deel van zijn elektriciteit komt nog steeds uit steenkool. Xi deed ook geen nieuwe aankondigingen over zijn plannen om de uitstoot tegen 2030 te beteugelen, afgezien van het herhalen van zijn belofte om voor het einde van dit decennium de maximale uitstoot te bereiken. Dat is lang niet wat nodig is om de wereldwijde temperatuurstijging op 1,5 graad Celsius te houden, waarboven de wereld een veel grotere kans heeft op verwoestende gevolgen voor het klimaat.

China stond al een poos onder zware diplomatieke druk om een ​​einde te maken aan de financiering van steenkolen in het buitenland. Dat zou het voor de wereld gemakkelijker kunnen maken om op koers te blijven om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te halen en de CO2-uitstoot te verminderen.

“China zal andere ontwikkelingslanden meer steun geven bij het uitrollen van groene en koolstofarme energie, en zal geen nieuwe kolengestookte energieprojecten in het buitenland bouwen”, zei Xi in zijn vooraf opgenomen videotoespraak tijdens de jaarlijkse VN-bijeenkomst.

Wereld stapt af van koolsteen, China niet

Zuid-Korea en Japan deden al een soortgelijke belofte eerder dit jaar. Samen waren de drie landen verantwoordelijk voor meer dan 95 procent van alle buitenlandse financiering voor steenkool gestookte krachtcentrales – en China had daarin het grootste aandeel.

Voor waarnemers is de aankondiging niet echt een grote verrassing. Een hint kwam eerder dit jaar: voor het eerst in jaren heeft China in de eerste zes maanden van 2021 geen nieuwe steenkoolprojecten gefinancierd als onderdeel van zijn wereldwijde ontwikkelingsproject, bekend als het Belt and Road Initiative. In sommige landen waar pas recentelijk nieuwe kolencentrales werden gebouwd, zijn plannen voor nieuwe in de ijskast gezet (zoals in Zuid-Afrika), heroverwogen (zoals in Bangladesh) of kampen ze met financieringsproblemen (zoals in Vietnam). In India lopen de bestaande kolencentrales ver onder de capaciteit en verliezen ze geld.

Wereldwijd daalden de uitgaven aan steenkoolprojecten in 2019 tot het laagste niveau in tien jaar. En in de afgelopen 20 jaar zijn er meer kolengestookte elektriciteitscentrales buiten bedrijf gesteld of opgeschort dan in gebruik genomen.

Maar de uitzondering is China zelf. Om zijn doel van netto nul-emissies tegen 2060 te bereiken zou het land de volgende tien jaar bijna 600 van zijn kolengestookte elektriciteitscentrales moeten sluiten en vervangen door hernieuwbare elektriciteitsopwekking. Tenzij China zijn eigen uitstoot de komende 10 jaar sterk terugdringt, heeft de wereld weinig kans om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.

Maar China blijft – ondanks zijn toezeggingen om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen – steenkoolcentrales bouwen dat het een lieve lust is. China bouwde de meerderheid van alle kolencentrales die in 2020 werden voltooid en was ook goed voor 85 procent van de kolencentrales die nog in de steigers staan. Dat betekent dat in plaats van af te stappen van steenkool – de bron van bijna 40 procent van de koolstofemissies in China – het net de andere richting uitgaat.

In 2020 voegde China 38 gigawatt aan kolengestookte stroom toe aan zijn elektriciteitsnet – 76 procent van het wereldwijde totaal

Volgens een rapport van Greenpeace en de Global Energy Monitor uit 2018 moeten de lidstaten van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) steenkool tegen 2030 volledig uitfaseren om in overeenstemming te blijven met de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs en te voorkomen dat de temperatuur met meer dan 1,5 graden Celsius stijgt. De VS en de EU – ’s werelds grootste historische uitstoters – liggen ook niet op schema om hun kolencentrales tegen die deadline buiten bedrijf te stellen. Maar ze gaan tenminste de goeie richting uit.

China heeft beloofd om tegen 2060 koolstofneutraal te worden. Toch is een nieuwe golf om te investeren in steenkool in eigen land opnieuw een teken dat het de onmiddellijke maatregelen uitstelt die nodig zijn om dat langetermijndoel te bereiken. Waarom? Begrijpen waarom China nog steeds vasthoudt aan steenkool is van cruciaal belang, omdat de energiebeslissingen van het land de komende jaren een doorslaggevende rol zullen spelen in de vraag of de wereld de klimaatdoelstellingen kan halen.

In 2020 voegde China 38 gigawatt aan kolengestookte stroom toe aan zijn elektriciteitsnet – 76 procent van het wereldwijde totaal, en het vertraagde niet, zelfs toen president Xi Jinping opriep tot een wereldwijd groen herstel van de door pandemie veroorzaakte economische recessie.

Waarom zien we zo’n grote divergentie tussen Xi’s groeiende klimaatretoriek en de realiteit?

Dat heeft onder meer te maken met het feit dat de Chinese provincies in 2014 de bevoegdheid kregen om nieuwe energiecentrales goed te keuren, wat leidde tot een enorme toename van projecten. Voor armere, steenkoolrijke provincies is het bouwen van een nieuwe energiecentrale een manier om het bbp te stimuleren. Met de economische crisis door de pandemie lanceerden lokale overheden afgelopen voorjaar een golf van nieuwe projecten.

China’s klimaatdoelstelling op korte termijn is om te pieken in zijn uitstoot vóór 2030. Sommige overheidsfunctionarissen hebben dat opgevat als een mandaat om de uitstoot nu al te beginnen verminderen, terwijl anderen dat zien als een venster om meer fossiele capaciteit op te bouwen terwijl er nog ruimte is voor uitstoot om te groeien.

Maar het is kort door de bocht gaan om te stellen dat het probleem uitsluitend bij lokale overheden zit. De centrale overheid heeft enige controle gehouden over de goedkeuringen van kolencentrales met behulp van een stoplichtensysteem, waarmee de National Energy Administration provincies rood licht kan geven, waardoor verdere ontwikkeling van kolencentrales wordt uitgesloten als ze al over voldoende stroomcapaciteit beschikken. In de afgelopen jaren is dat verkeerslichtsysteem echter erg laks geworden als gevolg van bezorgdheid over de energiezekerheid, aangezien de vraag naar elektriciteit blijft stijgen.

Alle hoop gevestigd op het 14e vijfjarenplan

Om de wereldwijde klimaatdoelstellingen te halen, moet dat systeem veranderen. Peking heeft al signalen gegeven dat het hard optreedt tegen provincies die nieuwe kolencentrales nastreven. Het centrale milieu-inspectieteam van China heeft in februari een ongekende stap gezet door een rapport uit te brengen waarin de National Energy Administration (NEA) wordt veroordeeld voor het niet prioriteren van milieubescherming bij de energieplanning en het toestaan ​​van onnodige ontwikkeling van energiecentrales. Maar tot nu toe heeft de NEA nog geen publieke reactie uitgebracht waarin wordt uiteengezet hoe zij van plan is dat te veranderen.

China publiceerde in maart zijn 14e algemene vijfjarenplan en in de komende maanden zal het naar verwachting sectorspecifieke plannen publiceren, waaronder een plan voor de ontwikkeling van elektriciteit. De China Electricity Council heeft een streefcijfer voor het kolenvermogen voorgesteld, waardoor de kolencapaciteit kan stijgen van 1.080 gigawatt in 2020 tot 1.250 in 2025. Maar dat is niet verenigbaar met het klimaatakkoord van Parijs. China zal de steenkoolcapaciteit verder moeten beperken tot 1.150 gigawatt om zijn uitstootnormen te bereiken tegen 2025 (die piekdatum is in lijn met de Parijs-doelstelling van 1,5 °C). Greenpeace East Asia lobbyt voor een nog strikter doel voor 2025: 1.100 gigawatt.

Omdat de kolencentrales in China ver onder hun volledige capaciteit worden gebruikt, voeren klimaatverdedigers aan dat verdere ontwikkeling sowieso niet nodig is. De in aanbouw zijnde kolencentrales hebben voor 247 gigawatt aan kolenvermogen. Volgens de Global Energy Monitor zou China net kolencentrales moeten sluiten dit decennium à rato van 23 gigawatt per jaar als het de normen wil halen. En dat rapport is geschreven in 2018, vóór deze laatste golf van nieuwe kolencentrales, dus dat getal zal nu nog hoger moeten zijn.

Lees ook:

(bzg)

Meer
Lees meer...