Iedereen droomt, maar niet iedereen kan het zich herinneren: wie denkt dat ie nooit droomt, wordt gewoon op het verkeerde moment wakker. Dit is de verklaring voor jouw droomloze slaap!  

Ben jij iemand die zich z’n dromen goed kan herinneren? Dan zitten je hersenen anders in elkaar dan bij iemand die zogezegd droomloos slaapt of zich maar heel af en toe iets kan herinneren. Wie het wel kan, heeft een grotere hersenactiviteit, zowel wakker als slapend, in de delen van de hersenen die zich bezighouden met stimuleren van beelden en het opslaan van herinneringen.

REM-slaap

Maar ook hoe je slaapt, speelt een rol. Tijdens je REM-slaap, een klein maar belangrijk gedeelte van je slaappatroon, vorm je nieuwe herinneringen. Als je tijdens of vlak na een droom wakker wordt, dan kan dat een nieuwe herinnering worden. Dan wordt die droom in je langetermijngeheugen gedropt en opgeslagen. Maar als je midden in je REM-slaap wakker gemaakt wordt, bijvoorbeeld door je wekker of een snurkende partner, dan kan die REM-slaap z’n werk niet doen.

De REM-fase is de tweede fase van je slaap en ook meteen de fase waarin e het meeste hersenactiviteit vertoont. Je hele lichaam is ontspannen, maar je ogen maken wel horizontale en verticale bewegingen aan een heel hoog temp. Vandaar de naam: Rapid Eye Movement (REM). Tijdens die fase dromen we ook.

Vijf REM-sessies per nacht

Gemiddeld gesproken duurt de REM-fase zo’n vijftien procent van de tijd. Ze duurt ongeveer twintig minuten en er zitten ongeveer negentig minuten tussen de verschillende REM-fases van je slaap. Je hebt zo’n vier of vijf REM-fases per nacht. Na elke volledige slaapsessie wordt je meestal even kort wakker (maar ook dat zal je je niet herinneren), daarna herstart de cyclus.