Het aantal lange zware vrachtwagens (LZV) in Nederland zal de komende jaren verdubbelen. Er rijden er daar nu al bijna 2.000 rond van die mastodonten, en dat is goed nieuws. Want er zijn veel minder ritten nodig dan met normale vrachtwagens, wat de kans op files vermindert. Ook het milieu profiteert mee, want de CO2-uitstoot ligt tot maar liefst een derde lager dan met een normale vrachtwagencombinatie. Bij ons ligt het allemaal wat moeilijker en gaat het vooral een pak trager.

Op dit moment rijden er in Nederland al bijna 2.000 LZV’s rond en daarmee is Nederland na de Scandinavische landen koploper in Europa. Het afgelopen jaar hebben ze bij onze noorderburen een explosieve groei van vierhonderd nieuwe ecocombi’s (zoals de LZV’s ook wel worden genoemd) meegemaakt en dat is nog maar het begin. De stijgende dieselprijzen en het feit dat er met LZV’s grote brandstof- en CO2- besparingen haalbaar zijn, doen de inschrijvingen nog stijgen.

LZV’s zijn vrachtwagens die tot 25 meter lang zijn, tot 60 ton totale massa hebben en 2 scharnierpunten hebben. Er zijn zeven combinaties toegelaten (A tm G op de afbeelding). De Vlaamse overheid onderzoekt momenteel nog de effecten van dit soort vrachtwagens op het verkeer en het tweede proefproject, dat nog zeven jaar gaat lopen, is gestart.

In dat tweede proefproject zijn supertrucks niet meer beperkt tot één welbepaald traject in Vlaanderen, maar kunnen ze vrij rondrijden op alle Vlaamse snelwegen. Dat staat althans in het ontwerp van besluit van Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA).

Vlaanderen: proefproject

Momenteel rijden er minder LZV’s in Vlaanderen rond dan je op je hand kan tellen. Vooral omdat de vergunningsvoorwaarden bijzonder streng zijn. Zelfs in het tweede proefproject mogen de supertrucks alleen rijden op autosnelwegen en enkele wegen binnen de havengebieden. In Nederland zijn daar zowat alle belangrijke doorgaande routes en de meeste bedrijventerreinen en industriegebieden bij. En dat werkt uitstekend, in de praktijk blijkt daar al jaren dat de supertrucks niet per se in bebouwde kommen moeten zijn, maar rijden tussen distributiecentra aan de rand van de steden.

Enorm verschil

Hoe groot het verschil is, mag hier uit blijken: Bij Ninatrans rijdt naar eigen zeggen de eerste LZV in Wallonië. In Jupille, nabij Luik, is een LZV samengesteld die tussen het depot van AB-Inbev en het distributiecentrum van Colruyt in Ghislenghien rijdt.

In januari 2015 begon een LZV te pendelen tussen Heverlee en de Antwerpse haven. Per vervoerde eenheid dalen de CO2-emissies met ongeveer 22%, zo werd vastgesteld.

Ninatrans zal tussen Jupille en Ghislenghien rijden met één traject per dag (zes dagen per week). Deze 24 ritten vertegenwoordigen het equivalent van 33 ritten met een normale combinatie. Zo worden negen ritten en 2.954 km bespaard. Op jaarbasis zullen jaarlijks 312 ritten uitgevoerd worden in plaats van 432, en worden 38.400 kilometers bespaard.