Hier maken thuiswerkers zich de meeste zorgen om

Door de coronacrisis nam thuiswerk een hoge vlucht. Steeds meer signalen wijzen erop dat psychologische impact op de werknemers ingrijpender is dan gedacht. Een grote internationale enquête door IT-consultant Capgemini legt hun vijf grootste zorgen bloot.

Capgemini ondervroeg eerder dit najaar 500 bedrijven en 5.000 werknemers in zes Europese landen, het VK, de VS en India, als onderdeel van een bredere studie over de toekomst van werk. De meeste werkgevers noteren een hogere productiviteit van hun werknemers dankzij het toegenomen thuiswerk en hopen dit na de coronapandemie vast te houden.

Maar niet alle onderzoeken gaan in dezelfde richting. De Nationale Bank wees er eerder deze week op dat de Belgische bedrijfsleiders niet zo enthousiast zijn over telewerk en dat veel bedrijven een negatieve impact zien op de productiviteit.

Volgens Capgemini is thuiswerk een blijver, maar kan het systeem alleen duurzaam zijn als werkgevers een antwoord vinden op de volgende vijf meest voorkomende zorgen van de thuiswerkers.

1. Ik moet altijd online zijn

Een meerderheid (56 procent) van de ondervraagde werknemers voelt een ongezonde druk om altijd beschikbaar te zijn voor het werk. Dat leidt bij een haast even grote groep tot een sluimerend stressgevoel en risico’s op een burn-out. Vooral twintigers en dertigers voelen zich leeglopen in een werkstelsel zonder kantoor of andere gezamenlijke werkplek.

2. Het werk volgt me vanop afstand en bestraft me bij een dip

De permanente stress heeft ook te maken met de digitale monitoring die sommige werkgevers doen. Wanneer alle communicatie digitaal verloopt, kan de werkgever perfect in kaart brengen wanneer de werknemer in- en uitlogt en zijn werkritme opvolgen. Sommige ondervraagde werknemers ervaren dat als een overdreven vorm van micromanagement en een gebrek aan vertrouwen.

3. Thuiswerk is nefast voor mijn carrièrekansen

Een kleine meerderheid van de thuiswerkers heeft ook de indruk dat het werken vanop afstand de kansen op promotie beperkt, bijvoorbeeld omdat het dagelijkse gesprekje met de baas aan de koffiemachine wegvalt.

Capgemini wijst ook op de ontreddering bij de nieuwkomers in het bedrijf die online zijn aangeworven. Een meerderheid onder hen voelt zich onvoldoende begeleid tijdens hun eerste weken en hebben geen idee wat de bedrijfscultuur en -waarden zijn.

4. Ik heb minder kansen om te netwerken

Nieuwkomers hebben het ook moeilijk om zich via digitale weg te integreren in de groep van meer ervaren werknemers, omdat er geen mogelijkheden zijn om informeel te netwerken.

Meer in het algemeen klagen de thuiswerkers over minder gelegenheden om aan networking te doen, zowel intern in het bedrijf als extern bij klanten of sectorgenoten.

5. De concurrentie voor mijn job kan nu van overal ter wereld komen

Een vijfde grote bekommernis: veralgemeend thuiswerk vergroot dramatisch de vijver waaruit werkgevers kunnen vissen om een bepaalde vacature in te vullen of een project toe te kennen. De interne concurrentie wordt niet meer beperkt tot de collega’s op kantoor, maar tot de hele wereld.

Dat geldt vooral in de technologiesector, waar bedrijven als Microsoft thuiswerk structureel maken. Het berichtenplatform Twitter hanteert zelfs het principe dat werknemers mogen werken “van welke plek ze ook willen”, zolang ze maar presteren.

En de remedie?

De consensus groeit dat een hybride systeem, bijvoorbeeld twee dagen per week op kantoor en drie dagen thuis, wellicht het meest duurzame is. Al zijn er ook almaar meer bedrijven, vooral in IT, die resoluut kiezen voor ‘kantoorloos’ werken.

Capgemini geeft de volgende tip: “Omarm nieuwe collectieve rituelen, zoals virtuele teambuilding.” In het postcoronatijdperk zal het er volgens de IT-consultant op aankomen “digitale gemeenschappen te bouwen om opnieuw een gevoel van verbondenheid te creëren.”

Meer
Lees meer...