Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) weigert het onderwijs een zogenaamde ‘code oranje’ toe te kennen nu de coronacijfers dramatisch snel stijgen. De vakbonden vinden dat niet kunnen, en beweren dat Weyts z’n eigen afspraken niet nakomt.
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) was vanmorgen te gast in De Ochtend op Radio 1. Daar benadrukte hij dat hij helemaal niet van plan was om strengere coronamaatregelen voor het onderwijsveld af te kondigen.
“We hebben hard gevochten om de scholen open te krijgen, en ik wil die open houden. Dat is het veiligste voor iedereen. In de scholen worden de maatregelen goed opgevolgd, de draaiboeken werken, en de besmettingen vallen mee”, klonk het.
Draaiboeken toepassen
Maar de vakbonden gaan niet akkoord met z’n mening. Ze benadrukken dat we voorlopig cijfers hebben die eigenlijk al twee weken oud zijn. Alle onderwijsvakbonden vinden dat code oranje moet afgekondigd worden. Net zoals eerder dit jaar in de draaiboeken is vastgelegd.
“Het is van cruciaal belang dat we die draaiboeken toepassen. Dat betekent dat wij waarschijnlijk in de meeste steden en gemeenten toch wel zullen moeten overschakelen naar de code oranje”, vertelde Nancy Libert, algemeen secretaris van ACOD, in De Wereld Vandaag op Radio 1.
Code oranje
Voorlopig blijft dus code geel van kracht in het onderwijs. Voor kleuters, leerlingen uit het lager onderwijs en die uit de eerste graad van het secundair onderwijs verandert er bijna niets. Bij code oranje kunnen ze blijven naar school gaan, maar moeten meer eten in hun klasbubbel.
Voor oudere leerlingen zou er wél heel wat veranderen. Het gaat om leerlingen uit de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Zij zouden voor de veiligheid maar één week op twee welkom zijn op school. De andere week zouden ze dus van thuis uit les volgen.