Het aantal mensen dat in Zuid-Europa besmet is geraakt met het westnijlvirus is dit jaar opvallend vroeg opgelopen en veel groter dan normaal. Vorig jaar raakten zo’n 200 mensen geïnfecteerd, in 2014 zelfs minder dan honderd. Dit jaar zijn er al 950 en 90 van die geïnfecteerden overleden al.
Westnijlvirus (of westnijlkoorts) is een besmettelijke ziekte. De meeste mensen die het virus krijgen, 80%, worden niet ziek. Wie wel ziek wordt, krijgt te maken met klachten als hoge koorts, hoofdpijn, spierpijn, diarree en buikpijn of huiduitslag. Vooral mensen die ouder zijn dan 50 jaar of met een lagere weerstand kunnen erger ziek worden.
In 0,7% van de gevallen zijn er nog ernstiger gevolgen, met name encefalitis en meningitis. De symptomen ontwikkelen zich 3 tot 14 dagen na de infectie. Er is geen effectieve behandeling
Vroeg
Westnijlkoorts komt al sinds de jaren 60 van de vorige eeuw voor in Zuid-Europa. De eerste grote uitbraak was in 1996-1997 in Roemenië. Sindsdien wordt het virus jaarlijks bij enkele tientallen tot een paar honderd mensen in de EU vastgesteld.
Dit jaar begon het Westnijlkoortsseizoen echter al in week 24, zo’n twee weken eerder dan in voorgaande jaren. Waarschijnlijk door de zeer hoge temperaturen. Het aantal gevallen is ook veel groter dan normaal. Tot en met 13 september is al bij 948 mensen Westnijlkoorts vastgesteld en zijn er al 90 mensen overleden.
Te koud in België, meestal ten minste
Het westnijlvirus wordt overgebracht door huissteekmuggen, die ook bij ons voorkomen. Vogels brengen de ziekte over naar mensen en paarden. Gevreesd wordt dat het virus zich daarom verspreidt over heel Europa. Twee weken geleden werd bij een vogelpark in het Duitse Halle het virus aangetroffen bij twee laplanduilen.
België lijkt nog te koud te zijn voor de overdracht van het virus. Uit een onderzoek in een laboratorium van de Wageningen Universiteit bleek dat maar een paar muggen het virus kunnen overdragen als ze 14 dagen leefden bij 18 graden. Maar bij hogere temperaturen loopt dat aantal snel op: 1 op de 3 muggen kon het virus bij 28 graden overdragen.