Een klimaat van antipolitiek en populisme, gevoerd door extreemlinks, zet een parlementslid van Open Vld ertoe aan haar wedde van twee maanden weg te schenken. Collega-parlementsleden zouden hetzelfde moeten doen. Een jammere invulling van de job: die is wel degelijk fulltime en verdient deftig betaald te worden.
Wat zou Patrick Dewael (Open Vld) vinden van de actie van zijn nieuwe collega Sihame El Kaouakibi? Het contrast in invulling van hun job, toch beiden parlementslid, en beiden verkozen voor de Vlaamse liberalen van Open Vld, kon afgelopen dagen moeilijk groter.
Dewael manifesteerde zich als nieuwe voorzitter van de Kamer meteen. In z’n maidenspeech na z’n verkiezing als voorzitter zette hij de puntjes op de i: het is niet omdat er geen regering is, dat dit parlement niet aan de slag zal gaan. Integendeel, het is juist als er een vacuüm zou ontstaan, dat de Kamer z’n volle rol als huis van de democratie niet mag, maar moet spelen. Dewael wilde meteen z’n Kamerleden ook aan het werk zetten: nieuwe commissies worden samengesteld, de pakketten verdeeld, in de veronderstelling dat alle nieuwe Kamerleden hun materie nu grondig gaan instuderen, bekijken en zich klaarmaken om initiatieven te nemen in het parlement. “Regering of niet: wij hebben een job”, was Dewael zijn boodschap.
PVDA achterna lopen?
Daartegenover staat in het Vlaams parlement Sihame El Kaouakibi. Die kondigde deze week aan “geschrokken te zijn” dat er op tien dagen tijd twee keer een parlementaire wedde op haar rekening kwam te staan. “Terwijl ik me nog niet voltijds met de politiek kan bezighouden omdat ik me als ondernemer aan het reorganiseren ben. Ik voelde me schuldig en wil in augustus zonder schuldgevoel op vakantie trekken”, zo stelde El Kaouakibi aan Gazet van Antwerpen. Meteen kondigde ze aan het geld weg te schenken aan het burgerplatform G1000. En lanceerde ze een oproep aan collega-nieuwkomers om dat ook te doen.
De actie van El Kaouakibi doet verbazen. Om te beginnen lijkt de actie ingegeven als ‘creatief’ antwoord op de steeds terugkeerde kritiek van uiterst links over parlementaire weddes. Om de haverklap lanceren de nieuwe parlementsleden van PVDA de kreet “dat ze met 2.000 euro wel toekomen, zoals gewone werkmensen”, en dat ze “gedegouteerd zijn” over de bedragen die ze verdienen. Ze voegen naar eigen zeggen “daad bij het woord”, en plafonneren hun loon op die 2.000 euro, als was het een heldendaad, het ultieme verzet tegen de pak-de-poen-show in het parlement. Dat de rest van hun inkomen wordt doorgestort naar de communistische partij, om daarmee onder meer propaganda op Facebook te betalen, wordt telkens netjes uit het discours weggelaten natuurlijk.
Terug naar de 19de eeuw, waarin alleen rijken in het parlement zaten?
Maar ten gronde is er wel meer aan de hand met El Kaouakibi haar actie. Ten eerste dat salaris zelf, zo’n dikke 7.000 euro bruto voor een parlementslid. Dat lijkt inderdaad veel, maar elke bedrijfsleider die deftig senior personeel in huis heeft, weet dat kwaliteit een prijs verdient en dat dergelijk bedrag niet van de pot gerukt is. Vreemd dat uitgerekend Open Vld het idee van behoorlijk loon naar werk zou verdedigen. If you pay peanuts, you get monkeys, zoveel Wall Street-wijsheid zou zelfs in de Wetstraat geweten zijn?
Het omgekeerde zou veel dramatischer zijn. In de 19de eeuw was parlementair werk inderdaad voorbehouden voor de happy few, die welstellend genoeg waren om zich een job als Kamerlid te kunnen veroorloven. Het kan toch allerminst de bedoeling zijn dat we naar dergelijke toestanden terugkeren, door vertegenwoordigers van het volk plots allemaal moreel te verplichten hun salaris zomaar weg te schenken? Want welk financieel pleidooi is El Kaouakibi dan anders aan het geven, als ze haar collega’s oproept om hetzelfde te doen? Dat nieuwkomers als Conner Rousseau (sp.a) en Sammy Mahdi (CD&V) haar daarin ook zelfs intellectueel leken te volgen, zullen we toeschrijven aan jeugdig enthousiasme, minder dan een doordachte redenering over de toekomstige kwaliteit van parlementair werk.
Bovendien wordt de redenering van El Kaouakibi nog erger. Ze kan zich naar eigen zeggen “nog niet voltijds met politiek bezighouden”, omdat ze zich “als ondernemer aan het reorganiseren is”. Dat lijkt eerder een pijnlijke fout in haar werkplanning, en een onderschatting van de parlementaire taak, dan een fundamentele reflectie over parlementaire weddes. De onderneemster is sinds 20 februari openlijk kandidaat, en stond op nummer twee op de lijst van Open Vld: quasi 100 procent zeker verkozen dus. Wie dan in juli komt aandraven “dat ze haar niet voltijds met politiek kan bezighouden wegens een reorganisatie”, heeft toch maar een bijzonder flauw excuus op zak.
Zoals de titel van dit stuk al zegt: mogen we in de volgende legislatuur deftig parlementair werk verwachten, en parlementsleden daarvoor ook deftig betalen? Het zou naar mijn bescheiden mening honderd keer meer kunnen betekenen voor de democratie dan een gift aan een initiatief zoals de G1000, waarvan de basisinstelling over democratie niet teruggaat tot een 19de eeuwse model van parlementaire vertegenwoordiging, maar naar het oude Griekenland: het uitloten van volksvertegenwoordigers. “Gewoon (je job) doen”, van welke partij was dat alweer de slogan?